Interne financiering
Voor de interne toerekening van de rentekosten over investeringen hanteert de gemeente het omslagsysteem. Dit houdt in dat over alle investeringen een gemiddelde rente wordt gerekend, de zogeheten omslagrente. Deze interne rente wordt aan het begin van elk jaar vastgesteld. Voor het begrotingsjaar 2025 is de omslagrente bepaald op 0,25%. De gemiddelde rente over het geleende geld komt per 31 december 2025 uit op 1,30%. Exclusief de doorverstrekkingen aan derden komt deze uit op 1,25%.
(bedragen x €1.000) | ||||
Renteschema | 2025 | |||
A | Externe rentelasten over de korte en lange financiering | 22.266 | ||
B | Externe rentebaten over de korte en lange financiering | -/- | -30.359 | |
C | Saldo Externe rentelasten en rentebaten | -8.093 | ||
Rente grondexploitatie | -/- | -84 | ||
Rentebaten projectfinanciering | -/- | -1.238 | ||
-9.415 | ||||
Toe te rekenen externe rente | ||||
D1 | Toegerekende rente over eigen vermogen | 15.353 | ||
D2 | Toegerekende rente over vreemd vermogen | 2.202 | 17.555 | |
E | Totaal toe te rekenen rente | 8.140 | ||
Toegerekende omslagrente | 6.149 | |||
F | Verwacht Renteresultaat op het taakveld Treasury | -1.992 |
De commissie BBV heeft in de notitie rente een landelijk voorgeschreven berekeningsmethode vastgesteld voor het bepalen van de interne rente. De gemeente is verplicht deze methode te gebruiken. In de berekening van de interne rekenrente wordt rekening gehouden met het werkelijke rentepercentage waartegen de gemeente geld op de markt leent en met de rentebaten die de gemeente ontvangt.
De markrente is de afgelopen jaren gestegen. De rentestijging werkt nog niet door in de rente die de gemeente betaalt. Dit komt omdat de gemeente in de afgelopen jaren de financieringsbehoefte middels forwards heeft afgedekt. Daarnaast heeft de gemeente nog voldoende geld in kas. De gemeente is verplicht dit geld in de rijksschatkist te storten (schatkistbankieren). Sinds oktober 2022 vergoedt het Rijk hierover rente. Bij het bepalen van de interne rente dient de gemeente rekening te houden met deze renteontvangsten.
De begrote boekwaarde van de activa die integraal worden gefinancierd bedraagt per 1 januari 2025
€ 2,46 mld. Het rentepercentage van aan taakvelden toe te rekenen rente bedraagt 0,33%, zijnde 6.149 mln.. De gemeente rondt dit af naar 0,25% en hanteert dit percentage voor de renteomslag. Het verwacht renteresultaat is verantwoord op taakveld Treasury. Alle in de tabel gepresenteerde bedragen zijn verwerkt in de begroting.
Externe financiering
Onderstaande tabel geeft een overzicht van het totale langlopend geleende bedrag sinds 2024, onderverdeeld in geleende bedragen voor eigen voorzieningen en geleende bedragen die zijn doorverstrekt aan derden. De geleende bedragen en door verstrekt aan derden zijn met name voor Grondexploitatie Maatschappij Vroondaal C.V. en de St. Jacobusstichting (zie tabel verstrekte leningen aan derden per instelling).
Er zijn in 2020 vier langlopende 20-jarige (lineaire) leningen met uitgestelde storting (zogeheten forwards), aangetrokken voor in totaal € 650 mln. tegen gemiddeld 0,46%. Deze nieuwe leningen zijn verwerkt in onderstaande tabel en de gemeentelijke liquiditeitsprognose. Door de afgesloten forwards is de gemiddelde portefeuillerente opgenomen leningen aanzienlijk afgenomen.
(bedragen x €1 mln.) | ||||||
Ultimo | Totaal geleend | Gem. betaalde rente | Waarvan geleend voor eigen voorzieningen | Gem. betaalde rente | Waarvan geleend en doorverstrekt aan derden | Gem. ontvangen rente |
---|---|---|---|---|---|---|
2024 | 1.580 | 1,37% | 1.543 | 1,31% | 37 | 3,59% |
Nieuwe leningen | 0 | 0,00% | 0 | 0,00% | 0 | 0,00% |
Reguliere aflossingen | -119 | 1,67% | -114 | 1,59% | -5 | 3,58% |
2025 | 1.461 | 1,30% | 1.429 | 1,25% | 32 | 3,59% |
2026 | 1.357 | 1,28% | 1.330 | 1,23% | 27 | 3,59% |
2027 | 1.252 | 1,28% | 1.231 | 1,23% | 21 | 3,59% |
2028 | 1.148 | 1,27% | 1.132 | 1,23% | 16 | 3,60% |
Afloop van hoofdsommen
Ultimo 2024 heeft de gemeente € 1.580 mln. langlopend geleend tegen gemiddeld 1,37%. In 2025 wordt per saldo € 119 mln. afgelost tegen gemiddeld 1,67%. In de jaren die daar opvolgen zijn de aflossingsbedragen; 2026 € 104 mln., 2027 € 105 mln. en 2028 € 104 mln. Deze bedragen zijn opgenomen in de gemeentebrede liquiditeitsprognose. Op basis van de meest recente liquiditeitsprognose is er geen directe noodzaak de rente- en aflossingsbedragen te herfinancieren.
Gecontracteerde langlopende leningenportefeuille uitgezette gelden
Het beleid m.b.t. het verstrekken van een gemeentelening of het afgeven van een gemeentegarantie (financieringssteun) ligt vast in de Richtlijn leningverstrekking en garantieverlening Den Haag, onderdeel van het Treasurystatuut. Als uitgangspunt geldt dat rechtspersonen en private marktpartijen (kredietverstrekkers) de zaken onderling regelen vanuit hun eigen verantwoordelijkheid, dus zonder tussenkomst van de gemeente. De gemeente stelt zich terughoudend op bij het verstrekken van geldleningen of het verlenen van garanties. Het beleidsuitgangspunt op dit gebied is ‘nee, tenzij’. De gemeente treedt op als financier als er geen andere alternatieven meer zijn ("lender of last resort").
De bestaande portefeuille verstrekte geldleningen heeft een aflopend karakter. De aflossingen hebben vooral betrekking op Grondexploitatie Maatschappij Vroondaal C.V. en de Personeelshypotheken.
(bedragen x € 1 mln.) | ||
Uitgezette gelden | Bedrag | Gem. rente |
---|---|---|
Stand per 1 januari 2025 | 47,3 | 3,52% |
Nieuwe leningen | 0,0 | 0,00% |
Reguliere aflossingen | -5,1 | 3,61% |
Stand per 31 december 2025 | 42,2 | 3,51% |
(bedragen x € 1 mln.) | ||
Uitgezette gelden per instelling | Restant per 31/12/2025 | Restant per 1/1/2025 |
---|---|---|
Grondexploitatie Maatschappij Vroondaal C.V. | 26,6 | 31,1 |
Starterspanden C.V. | 0,8 | 0,8 |
St. Jacobusstichting | 4,8 | 5,2 |
Stichting pand Hoefkade | 2,3 | 2,4 |
Personeelshypotheekportefeuille | 7,7 | 7,8 |
Totaal | 42,2 | 47,3 |
Afloop van hoofdsommen
Ultimo 2024 heeft de gemeente € 47,3 mln. langlopend uitgeleend tegen gemiddeld 3,52%.
In 2025 wordt per saldo € 5,1 mln. afgelost tegen gemiddeld 3,61%. In de jaren die daarop volgen zijn de aflossingsbedragen; 2026 € 6,0 mln., 2027 € 6,5 mln. en 2028 € 6,3 mln. Deze bedragen zijn opgenomen in de gemeentebrede liquiditeitsprognose.
Voorziening langlopende uitgezette leningen
De gemeente heeft € 42,2 mln. aan langlopende leningen ingedeeld in risicogroepen.
(bedragen x € 1 mln.) | |
Uitgezette langlopende leningen per risicogroep | Restant per ultimo 2025 |
---|---|
Met hypothecaire zekerheid | 41,4 |
Zonder zekerheid | 0,8 |
Totaal | 42,2 |
Jaarlijks wordt op basis van risico inschatting van iedere individuele lening de voorziening voor langlopende leningen bepaald. Deze wordt onder meer berekend op basis van de BASEL II-norm. Indien er 100% zekerheden zijn gesteld wordt geen voorziening gevormd. Zo nodig worden op basis van een risico-inschatting afwijkende percentages toegepast. Op basis van de huidige inzichten zijn de risico’s beperkt en is geen voorziening gevormd.
Geplande lange financieringsbehoefte 2025 (langer dan één jaar)
De lange financieringsbehoefte is in theorie het verschil tussen de vaste activa van de balans (materiële en financiële vaste activa) en het lang vermogen aan de passiefzijde van de balans. De uitkomst geeft aan of er een financieringsbehoefte of een financieringsoverschot is. De financieringspositie ultimo 2025 is als volgt opgebouwd:
(bedragen x € 1 mln.) | |
Saldo ultimo 2025 | Begroting 2025 |
---|---|
Vaste activa: | |
Investeringen | 2.435 |
Deelnemingen | 109 |
Uitgezette middelen | 120 |
Totaal | 2.664 |
Beschikbare middelen: | |
Reserves en voorzieningen | 1.228 |
Opgenomen leningen (zie paragraaf 3.2.1.) | 1.461 |
Totaal | 2.689 |
Financieringsoverschot / -behoefte | 25 |
Per ultimo 2025 heeft de gemeente een (tijdelijk) liquiditeitsoverschot van € 453 mln.
Het financieringsoverschot van € 25 mln. maakt hier onderdeel van uit. Vanaf eind 2026/begin 2027 wordt verwacht dat er weer sprake zal zijn van een financieringsbehoefte.