De gemeente heeft een sluitende begroting. De algemene reserve is van voldoende niveau om de voorziene risico’s op te vangen als deze zich in de volledige omvang voordoen. De financieringslast van de gemeente is structureel draagbaar en de gemeente heeft relatief lage schulden. Daarnaast kent Den Haag ten opzichte van het landelijk gemiddelde een gematigde lokale lastendruk. De solvabiliteit blijft de komende jaren boven de signaleringswaarde van de VNG van 20%.
Financiële kengetallen
De gemeente dient te beschikken over een structureel sluitende begroting. Dat is de enige wettelijke norm. De begroting is dan materieel en reëel in evenwicht. De gemeente kan dan aan de bekende financiële verplichtingen voldoen, zonder aanvullende maatregelen te treffen. De gemeente Den Haag voldoet aan deze verplichting. Daarnaast worden door het BBV nog meerdere kengetallen voorgeschreven om op te nemen in de begroting om een zo volledig mogelijk beeld te geven van de financiële “gezondheid” van de gemeente. Deze financiële kengetallen zullen altijd in samenhang moeten worden bezien. De kengetallen zijn daarom gezamenlijk opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen. Deze kengetallen zijn in de eerste plaats bedoeld om inzicht te geven aan de gemeenteraad in de financiële positie. Er bestaan geen wettelijke normen. In de onderstaande tabel zijn de voorgeschreven financiële kengetallen opgenomen. De meerjarige kengetallen zijn ontleend aan een geprognosticeerde balans, welke extracomptabel tot stand is gekomen.
Onderstaand de kengetallen in de programmabegroting 2025 – 2028
Jaarrekening 2023 | Begroting 2024 | Begroting 2025 | Begroting 2026 | Begroting 2027 | Begroting 2028 | |
Netto schuldquote | 28,71% | 32,79% | 41,64% | 53,89% | 58,59% | 60,49% |
Netto schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen) | 24,94% | 29,43% | 38,32% | 50,69% | 55,57% | 57,67% |
Solvabiliteitsratio | 34,26% | 31,75% | 29,10% | 25,12% | 23,11% | 20,38% |
Structurele exploitatieruimte | 1,91% | 0,77% | 1,51% | -0,28% | 0,34% | 0,08% |
Grondexploitatie | 0,00% | 0,00% | 0,00% | 0,00% | 0,00% | 0,00% |
Belastingcapaciteit | 94,12% | 92,87% | 92,90% | 92,90% | 92,90% | 92,90% |
EMU-saldo (x € 1.000) | 1.612 | -197.597 | -249.000 | -357.000 | -162.000 | -90.000 |
Netto Schuldquote en Netto Schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen aan derden)
bedragen x € 1.000 | ||||||
Netto schuldquote | Jaarrekening 2023 | Begroting 2024 | Begroting 2025 | Begroting 2026 | Begroting 2027 | Begroting 2028 |
---|---|---|---|---|---|---|
Vaste schulden (excl. vooruitontvangen canons) | 1.501.349 | 1.610.049 | 1.489.479 | 1.383.847 | 1.378.230 | 1.472.422 |
Netto vlottende schuld | 187.802 | 372.825 | 460.091 | 592.347 | 606.369 | 569.304 |
Overlopende passiva (plus vooruitontvangen canons) | 540.418 | 406.000 | 434.000 | 460.000 | 433.000 | 442.000 |
Overige uitzettingen met looptijd > 1 jaar | 152.183 | 135.713 | 113.352 | 98.309 | 83.070 | 67.692 |
Uitzettingen < 1 jaar | 1.036.844 | 1.035.096 | 806.889 | 520.610 | 362.198 | 356.566 |
Liquide middelen | 1.039 | 1.595 | 1.713 | 1.449 | 1.585 | 1.582 |
Overlopende activa | 151.842 | 137.000 | 138.000 | 142.000 | 139.000 | 140.000 |
Totale baten (exclusief mutaties reserves) | 3.090.500 | 3.292.213 | 3.178.747 | 3.105.883 | 3.126.243 | 3.170.731 |
Netto schuldquote | 28,71% | 32,79% | 41,64% | 53,89% | 58,59% | 60,49% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen | 24,94% | 29,43% | 38,32% | 50,69% | 55,57% | 57,67% |
De netto schuldquote geeft aan hoe de netto schuld van de gemeente zich verhoudt tot de jaarlijkse baten. Anders gezegd: kan met het jaarlijkse inkomen de schuld worden gedragen? Door de VNG is hiervan indicatief aangegeven dat gemeenten met een schuldquote van 130% of meer zich in de gevarenzone bevinden. Hierbij is een nuancering op zijn plaats. Het kan namelijk voorkomen dat gemeenten veel geld doorlenen aan derden, zoals bij woningcorporaties nogal eens het geval is. Om die reden is de ‘netto schuldquote gecorrigeerd’ ontwikkeld. Hierin is het doorleeneffect geëlimineerd en geeft daarmee een zuiverder beeld van de positie van de gemeente weer. Het is goed er bij dit alles op te wijzen dat de oplopende schuldquote vanaf 2024 veroorzaakt wordt door de afname van het tijdelijk liquiditeitsoverschot (rekening courant schatkistbankieren) en het in latere jaren aantrekken van langlopende leningen voor de uitvoering van investeringsprojecten. Immers de schuldquote geeft de verhouding weer tussen de hoogte van de schuld en de jaarlijks te realiseren baten. De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen. Hoewel de schuldquote oploopt, blijft deze ruim binnen de signaleringsgrens van 130 procent. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de paragraaf Financiering.
Solvabiliteitsratio
bedragen x € 1.000 | ||||||
Solvabiliteitsratio | Jaarrekening 2023 | Begroting 2024 | Begroting 2025 | Begroting 2026 | Begroting 2027 | Begroting 2028 |
---|---|---|---|---|---|---|
Eigen vermogen | 1.246.399 | 1.181.032 | 1.039.232 | 869.246 | 772.956 | 676.022 |
Balanstotaal | 3.638.301 | 3.720.000 | 3.571.000 | 3.460.000 | 3.346.000 | 3.317.000 |
Solvabiliteit | 34,26% | 31,75% | 29,10% | 25,12% | 23,10% | 20,38% |
De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin het bezit op de balans gefinancierd is door het eigen vermogen. Solvabiliteit is een term uit de bankwereld. De solvabiliteit geeft aan in welke mate een bedrijf zijn langlopende schulden kan terugbetalen. Dat is voor een bank belangrijk bij zijn beslissing om een bedrijf al dan niet een langlopende lening te verstrekken. Hoe meer eigen vermogen een bedrijf heeft, hoe hoger de solvabiliteit. Als dat bedrijf dan verlies maakt, komt de terugbetaling van de langlopende lening niet in gevaar omdat dat verlies ten koste gaat van het eigen vermogen van het bedrijf. Als dat bedrijf verlies blijft maken, is er een bepaalde solvabiliteit nodig om dat bedrijf te kunnen liquideren zonder de terugbetaling van de lening in gevaar te brengen.
Bij de gemeente heeft de solvabiliteit als losstaand getal een beperkte betekenis. De kredietwaardigheid van de gemeente wordt niet bepaald door de solvabiliteit en de gemeente kan niet worden geliquideerd. Illustratief is dat het Rijk nooit zijn eigen solvabiliteit berekent. Het belangrijkste onderdeel van het weerstandsvermogen is de algemene reserve.
De gemeentelijke solvabiliteit vertoont een dalende tendens. Dit is het gevolg van bewust beleid.
De komende jaren blijft de solvabiliteit naar verwachting boven de signaleringswaarde van de VNG van 20 procent. De kengetallen voor de schuldquota’s blijven ruim onder de signaleringsgrens van 130 procent.
Structurele exploitatieruimte
Begroting 2024 | Begroting 2025 | Begroting 2026 | Begroting 2027 | Begroting 2028 | |
Kengetal structurele exploitatieruimte | 1,09% | 1,52% | -0,27% | 0,37% | 0,15% |
Het kengetal “structurele exploitatieruimte” geeft inzicht in welke mate de structurele lasten van de gemeente gedekt zijn door structurele baten (zie ook paragraaf 4.5). Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is door de structurele baten en de structurele lasten te vergelijken met de totale baten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten te dekken. En dat incidentele lasten deels uit structurele middelen worden gedekt. Een negatief percentage betekent dat de structurele baten niet toereikend zijn om de structurele lasten te dekken. En dat structurele lasten deels uit incidentele baten worden gedekt. Het kengetal drukt dus niet uit of sprake is van een begrotingstekort of –overschot. In 2024 en 2025 zijn de structurele baten hoger dan de structurele lasten, wat erin resulteert dat het kengetal positief is. In 2026 slaat dit om, dit komt doordat de inkomsten uit het gemeentefonds afnemen. In de begroting wordt deze teruggang opgevangen met (verwachte) voordelen uit 2023 tot en met 2025. Hierdoor zijn de incidentele baten in 2026 relatief hoog en daardoor het kengetal negatief. Vanaf 2027 stabiliseren de lasten en de baten en is het kengetal licht positief.
Grondexploitatie
De gemeente ziet grondexploitaties als een waardevol instrument om er voor te zorgen dat de stad zich blijft ontwikkelen in de gewenste vorm. Aan grondexploitaties zitten risico’s. Den Haag beperkt deze risico’s zoveel mogelijk door voorziene verliezen aan de voorkant af te dekken en eventuele winsten pas te verantwoorden als het voldoende zeker is dat deze zich voordoen. Deze systematiek is uitgebreid toegelicht in de paragraaf grondbeleid. Desalniettemin blijft er een restant risico. Daarbij kan als vuistregel gehanteerd worden dat hoe groter het aandeel van de grondexploitaties is ten opzichte van de totale gemeentelijke begroting hoe groter de impact is als het risico zich voordoet. Uit het kengetal blijkt dat de waarde van de grondexploitaties bij de gemeente Den Haag relatief een gering deel van de totale baten vormen. De inzichten uit de nieuwe meerjarenprognose grondexploitaties zijn te vinden in de paragraaf grondbeleid van deze begrotingen.
Belastingcapaciteit
Belastingcapaciteit | Jaarrekening 2023 | Begroting 2024 | Begroting 2025 | Begroting 2026 | Begroting 2027 | Begroting 2028 |
---|---|---|---|---|---|---|
OZB-lasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde | 251 | 259 | 268 | 284 | 302 | 320 |
Rioolheffing voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde | 177 | 185 | 191 | 203 | 215 | 228 |
Afvalstoffenheffing voor een gezin | 460 | 480 | 496 | 527 | 559 | 593 |
Eventuele heffingskorting | 0 | 0 | 0 | |||
Totale woonlasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde | 888 | 924 | 955 | 1.014 | 1.076 | 1.141 |
Woonlasten landelijk gemiddelde voor gezin t-1 | 944 | 994 | 1.029 | 1.091 | 1.158 | 1.229 |
Woonlasten t.o.v. landelijk gemiddelde | 94,12% | 92,87% | 92,90% | 92,90% | 92,90% | 92,90% |
De belastingcapaciteit zou eigenlijk beter omschreven kunnen worden als de belastingdruk. Dit kengetal geeft namelijk de lokale lastendruk weer als percentage van de landelijke lastendruk en geeft weer hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde van alle gemeenten. Een belastingcapaciteit van 100% betekent dat de woonlasten exact het landelijk gemiddelde zijn. Een lager percentage dan 100% betekent dat de woonlasten per huishouden lager zijn dan het landelijke gemiddelde. Den Haag heeft met een percentage van 93% lage woonlasten ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Dit past binnen het streven van de gemeente om de woonlasten zo laag mogelijk te houden.
EMU-saldo
Het EMU-saldo is het geraamde saldo van de ontvangsten en uitgaven van een gemeente, berekend op transactiebasis en overeenkomstig de voorschriften van het Europese systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie. Het opnemen van het EMU-saldo is een verplichting die wordt voorgeschreven door het BBV. In de eerste jaren verwacht de gemeente een hoger EMU-tekort dan over de afgelopen jaren. Hieraan liggen verschillende oorzaken ten grondslag. Dit hangt onder meer samen met het Meerjarig Investeringsplan en de uitvoering van het incidentele beleid uit het coalitieakkoord voor deze jaren. Beide ontwikkelingen zorgen ervoor dat het tekort in deze jaren toeneemt. Het landelijke beeld is dat in de realisatie het EMU-saldo doorgaans lager is dan het begrote saldo. Na 2026 lijkt het EMU-saldo af te nemen. Voor een belangrijk deel komt dit doordat de (vervangings)investeringen voor die jaren nog niet volledig in te schatten zijn.
Geprognosticeerde balans
(bedragen in € 1 mln.) | ||||||
Jaarrekening 2023 | Begroting 2024 | Begroting 2025 | Begroting 2026 | Begroting 2027 | Begroting 2028 | |
Vaste activa | ||||||
Immateriële vaste activa | 19 | 19 | 19 | 19 | 19 | 19 |
Materiële vaste activa | 2.065 | 2.181 | 2.285 | 2.480 | 2.546 | 2.541 |
Financiële vaste activa | 363 | 341 | 313 | 292 | 272 | 252 |
2.447 | 2.541 | 2.617 | 2.791 | 2.837 | 2.812 | |
Vlottende activa | ||||||
Voorraden | 1 | 5 | 7 | 5 | 6 | 6 |
Uitzettingen/Vorderingen | 1.037 | 1.035 | 807 | 521 | 362 | 357 |
Overlopende activa | 152 | 137 | 138 | 142 | 139 | 140 |
Liquide middelen | 1 | 2 | 2 | 1 | 2 | 2 |
1.191 | 1.179 | 954 | 669 | 509 | 505 | |
Totaal Activa | 3.638 | 3.720 | 3.571 | 3.460 | 3.346 | 3.317 |
Vaste passiva | ||||||
Eigen Vermogen | 1.246 | 1.181 | 1.039 | 869 | 773 | 676 |
Voorzieningen | 162 | 150 | 149 | 155 | 155 | 158 |
Langlopende schulden | 1.501 | 1.610 | 1.489 | 1.384 | 1.378 | 1.472 |
2.910 | 2.941 | 2.677 | 2.408 | 2.306 | 2.306 | |
Vlottende passiva | ||||||
Vlottende schulden | 188 | 373 | 460 | 592 | 606 | 569 |
Overlopende passiva | 540 | 406 | 434 | 460 | 433 | 442 |
728 | 779 | 894 | 1.052 | 1.039 | 1.011 | |
Totaal Passiva | 3.638 | 3.720 | 3.571 | 3.460 | 3.345 | 3.317 |
De geprognosticeerde balans biedt inzicht in de hoofdlijnen van de effecten van de verwachte financiële ontwikkeling van de gemeente in de komende jaren op de balans.
De investeringen worden deels met langlopende leningen (schulden) betaald. De langlopende schulden blijven onder de in de literatuur genoemde bovengrens van 130 procent van de exploitatie. Met andere woorden: de financiële positie van de gemeente blijft gezond.