Werkgelegenheidsprojecten
Werkgelegenheidsprojecten
Inclusief toevoegingen en onttrekkingen aan reserves, bedragen x € 1.000 | ||||||
Werk (Cl. 1a) | Realisatie | Begroting | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
Lasten | 109.244 | 80.256 | 97.128 | 92.064 | 74.330 | 67.457 |
Baten | 50.347 | 23.041 | 37.556 | 31.932 | 19.205 | 12.578 |
Saldo | 58.897 | 57.215 | 59.572 | 60.133 | 55.124 | 54.879 |
Wat willen we bereiken?
Op dit moment zijn er in Den Haag circa 22.000 inwoners met een bijstands- of andere gemeentelijke uitkering (IOAW, IOAZ, Bbz). Werk is een belangrijk middel om (weer) in het eigen bestaan te voorzien. Daarom wil het college mensen die bijstand ontvangen (waar mogelijk) ondersteunen bij het vinden van werk. Ook mensen die geen (recht op een) uitkering hebben, maar wel willen werken, kunnen ondersteuning krijgen.
Het college zet zich in om samen met partners zo veel mogelijk inwoners die ondersteuning kunnen gebruiken actief te begeleiden bij het vinden van duurzaam werk of als dat (nog) niet haalbaar is een duurzaam perspectief te bieden. We zetten in op participatie naar werk (fulltime of parttime), maar ook op activatie voor diegenen voor wie werk (nog) niet bereikbaar is. Daarmee zorgen we ervoor dat iedereen gelijkwaardig mee kan doen in onze stad .
Wat gaan we ervoor doen?
Zoveel mogelijk mensen aan duurzaam werk helpen en participatie en ontwikkeling bevorderen
In 2025 verwachten we 1.500 bijstandsgerechtigden naar werk of school te begeleiden. Om dit te realiseren zal de gemeente aan circa 4.000 personen dienstverlening aanbieden.
De prestaties die wij leveren worden mede bepaald door invloeden van buitenaf. Als gevolg van de huidige krapte op de arbeidsmarkt zien we bijvoorbeeld dat de instroom in de bijstand van kandidaten met een recent arbeidsverleden en/of afgeronde opleiding al een aantal jaren afneemt en dat de samenstelling van de doelgroep verandert. Wie nu nog in de bijstand zit heeft over het algemeen een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Dat betekent dat we meer moeten investeren en langer de tijd nodig hebben om mensen naar school of werk te begeleiden. De helft van de groep is 50 jaar of ouder en meer dan een derde zit al 10 jaar of langer in de bijstand. Al deze factoren beïnvloeden de uitstroomkansen. Ze zijn niet statisch maar veranderen van tijd tot tijd. Daarom is het realistischer om de doelstelling mee te laten bewegen met deze factoren.
We zullen de komende jaren 1.600 mensen met loonkostensubsidie (LKS) de stap naar werk bieden, én de mensen die al een baan hebben met LKS aan het werk houden.
We begeleiden ook bijstandsgerechtigden richting de arbeidsmarkt die in deeltijd gaan werken, maar nog wel bijstandsafhankelijk blijven en mensen zónder recht op een bijstandsuitkering (zogeheten nuggers). Het doel is om van deze groep circa 1.000 personen naar werk of school te begeleiden. Naast jongeren zijn dat bijvoorbeeld inwoners die van werk naar werk worden begeleid en niet-uitkeringsgerechtigde vrouwen van wie het arbeidspotentieel nog onvoldoende wordt en benut en die we met onze aanpak meer economisch zelfstandig willen maken.
We willen dat uitstroom uit de bijstand zo duurzaam mogelijk is. Duurzaam wil zeggen dat men niet binnen 12 maanden terugkeert in de bijstand. Voor de duurzaamheid van de uitstroom geldt dat hoe korter de afstand tot de arbeidsmarkt is, hoe hoger de verwachting dat kandidaten duurzaam uitstromen. Om duurzame uitstroom te bevorderen, zorgt de gemeente voor begeleiding na plaatsingen en wordt jobcoaching aangeboden. Voor 2025 is de ambitie dat 80-90% duurzaam uitstroomt.
We willen deze doelen bereiken langs vier wegen:
- We bieden iedereen een werkkans.
- We versterken de relatie met werkgevers en andere partners.
- We innoveren om werkkansen te vergroten.
- We bieden perspectief voor wie nog niet aan het werk kan (zie cluster participatie).
Het college heeft deze doelen uitgewerkt in het beleidsplan Werk en Participatie, zie RIS315004 .
Over de uitvoering hiervan wordt de raad halfjaarlijks geïnformeerd.
Inzet voorzieningen
Om mensen op de juiste manier te ondersteunen bij hun route naar werk zetten we steeds de best passende voorziening in. Het palet aan voorzieningen wordt vormgegeven en gemonitord volgens de indeling die de VNG hiervoor heeft ontwikkeld. De voorzieningen die we in 2024 aanbesteden starten in 2025 en monitoren en evalueren we gedurende de komende jaren.
Jongerenaanpak
Het Jongerenpunt070 helpt jongeren van 16 tot 27 jaar bij vragen en met begeleiding aangaande het vinden van een geschikte opleiding of (leer)werk. Jongeren kunnen zelf binnenlopen bij Jongerenpunt070.
Daarnaast worden kwetsbare jongeren, bijvoorbeeld jongeren zonder uitkering, schoolinschrijving en voldoende inkomen, in de wijk en op school proactief benaderd. Onze preventieve aanpak ontwikkelen we de komende tijd verder door. De ambitie is om met onze preventieve aanpak op het mbo een sluitende aanpak te maken met alle mbo-scholen in arbeidsmarktregio Haaglanden.
Randvoorwaarden voor een duurzame uitstroom
Het einddoel is dat mensen aan het werk gaan en blijven. Vooral vanwege dat laatste is het van belang dat er aandacht is voor de duurzaamheid van de uitstroom. We maken daarom vooraf goede afspraken met werkgevers over de wederzijdse verwachtingen, bijvoorbeeld over de begeleiding die werkgevers zelf inzetten. Als het nodig is, dan leveren we begeleiding op de werkvloer. Dat doen we door de inzet van werkbegeleiders en jobcoaches. Als iemand vanuit de bijstand aan het werk gaat, nemen we door wat de inkomensgevolgen zijn en wat er geregeld moet worden bijv. met betrekking tot toeslagen.
Sterkere relaties met werkgevers en andere partners
Vergroten werkkansen
Samen met werkgevers zorgen we voor meer werkkansen. Dat doen we door middel van jobcarving en jobcreatie. Verder zijn er medio april 2024 intentieverklaringen gesloten De intentieverklaringen worden in de komende periode omgezet in samenwerkingsakkoorden. Dit zijn individuele afspraken op maat gemaakt per werkgever. Met deze aanpak werken we aan een inclusieve arbeidsmarkt, waar discriminatie wordt tegengegaan en werkgevers gelijke kansen bieden voor iedereen.
De inzet van loonkostensubsidie (LKS) kan het laagdrempeliger maken voor werkgevers om kandidaten een passende werkplek te bieden. We maken daarvoor onder meer gebruik van de verruimde wettelijke kaders om ook niet-uitkeringsgerechtigden beter te bereiken en aan werk te helpen met inzet van een loonkostensubsidie. Ook brengen we de forfaitaire loonkostensubsidie meer onder de aandacht van werkgevers. Dit is een eenvoudigere methodiek, waardoor het makkelijker wordt voor werkgevers om van de loonkostensubsidie gebruik te maken.
Ook na uitstroom met LKS uit de bijstand blijft de gemeente kandidaten ondersteunen. Begeleiding na plaatsing is daarbij de norm, zodat kandidaten zich verder ontwikkelen in een baan. Dit gaat zowel via jobcoaching als werkbegeleiding. Ook de werkgever ontvangt ondersteuning op maat, om te zorgen dat onze kandidaten zo goed mogelijk landen.
Sociaal ondernemerschap
Gezien het succes van het Social Impact Lab in 2024, streven wij ernaar in 2025 een 11e editie te organiseren. Momenteel onderzoeken we hoe we tijdens deze 11e editie nog meer impact kunnen genereren en het evenement op een bredere schaal kunnen aanpakken.
Tot slot is samen met een groep sociaal ondernemers in 2023 het project Baankans gestart. Via Baankans worden sociaal ondernemers in staat gesteld om zelf in de wijken kandidaten te werven, spreken en uiteindelijk naar een vaste baan toe te begeleiden. Dit jaar willen we de volgende stap zetten door deze samenwerking in contractuele afspraken te gieten.
Samenwerking in de regio
Vanuit het Rijk wordt wetgeving voorbereid om een meer samenhangende dienstverlening aan werkzoekenden en werkgevers vorm te geven. Er wordt toegewerkt naar een regionaal werkcentrum in alle arbeidsmarktregio’s van het land. Hier wordt zowel publieke als private dienstverlening aangeboden op het gebied van het vinden van werk, loopbaanadvies, maar ook het opleiden en het ontwikkelen van relevante skills. Vooruitlopend op deze ontwikkelingen wordt er al gewerkt aan het opzetten van een dergelijk werkcentrum in de regio Haaglanden.
Op dit moment vindt er vanuit de gemeente al met meerdere partners en op meerdere manieren samenwerking plaats in de regio. Zo trekken de gemeente en UWV op om inwoners die een WW-uitkering ontvangen al in een eerder stadium gebruik te laten maken van gemeentelijke dienstverlening. Hiermee kan worden voorkomen dat men of gebruik hoeft te maken van een bijstandsuitkering, of indien men wel naar een bijstandsuitkering overgaat, dat er een heel nieuw traject bij de gemeente opgestart hoeft te worden. Ook in de dienstverlening trekken regiogemeenten en UWV meer gezamenlijk op. Er is een regionaal werkgeversservicepunt en de samenwerking heeft vorm gekregen in het regionaal mobiliteitsteam. Ook werken er medewerkers van UWV direct bij Den Haag Werkt op locatie om elkaar beter te kunnen vinden.
Het college wil bijdragen aan de het verbeteren en verbreden van de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven in de stad en de arbeidsmarktregio (“Sporen naar een arbeidsmarkt die werkt voor de stad”, RIS314887 ). Om de aanpak voort te zetten stellen we vanuit de reserves van programma 7 voor 2 jaar € 2 mln. beschikbaar. Hiervoor werkt het college samen met partners in de regio aan een betere aansluiting van opleidingen op de vraag van werkgevers, een betere benutting van het aanbod aan arbeid door ook het werk te veranderen en het realiseren van minder barrières op de arbeidsmarkt. Zo draagt het college met steun van sociale partners en Europese (ESF+) middelen bij aan een scholingsfonds ‘Haaglanden Leert Door’ waarbij inwoners die zich willen bij- of omscholen in maatschappelijke kraptesectoren zoals IT, bouw & techniek, zorg & welzijn en openbaar bestuur en veiligheid een scholingsvoucher kunnen krijgen. In 2025 is het fonds actief en verwachten we 625 scholingsvouchers te verstrekken. Den Haag neemt in de regio een voortrekkersrol om een oplossing te bieden voor de mismatch op de arbeidsmarkt.
Innovatie en allianties
In Zuidwest is de afgelopen periode gebouwd aan de coalitie ‘Wonen, Onderwijs en Werk’. Samen met onze partners (woningcorporaties, bedrijven, buurtorganisaties, ROC Mondriaan etc.) hebben we binnen een ‘leer- en innovatienetwerk’ meerdere ontwikkelpaden gecreëerd. De ontwikkelpaden bestaan uit banen op mbo-niveau 1 die door werkgevers worden voorgesteld en waarbij ROC Mondriaan passende scholing aanbiedt. Na een leerperiode van maximaal drie maanden kan de deelnemer in dienst komen. Na plaatsing blijven alle partners zich inzetten om de nieuwe medewerkers door te ontwikkelen, via praktijkverklaringen, mbo-2 certificaat of de BBL-route. Een integraal begeleidingsteam zorgt voor job- en lifecoaching. Die aanpak wordt het komend jaar verder doorontwikkeld, ook wordt de samenwerking gezocht met formele en informele ondersteuning in de wijk.
Wat mag het kosten?
Voor het Cluster Werk is in 2025 € 63,7 mln. aan lasten begroot en € 19 mln. aan baten.
- De begrote lasten bestaan uit:
- € 31,8 mln. salaris personeel
- € 12,6 mln. voor re-integratieactiviteiten
- € 4,5 mln. voor ICT-kosten (applicatiegebruik gerelateerd aan kandidaten)
- € 10 mln. voor de uitvoering van het Programma Stap naar Werk met LKS (incidentele lasten)
- € 2,0 mln. voor versterken dienstverlening aan kwetsbare inwoners (POK-middelen)
- € 2,8 mln. voor overige Programmatische kosten, zoals aansluiting onderwijs, arbeidsmarkt, bedrijfsleven en Werken in allianties en netwerken
- De begrote baten van € 19 mln. bestaan uit:
- € 0,2 mln. externe omzet
- € 1,9 mln. aan ESF,
- € 16 mln. aan reserve onttrekkingen
- € 0,9 mln. aan middelen vanuit de Regio Deal
Participatievoorzieningen
Participatievoorzieningen
Wat willen we bereiken?
In het beleidsplan Werk en Participatie Den Haag 2023-2026 (RIS315004 ) geven we invulling aan de ambitie om zo veel mogelijk mensen die tot de participatiedoelgroep behoren, naar werk te begeleiden en als dat (nog) niet lukt een duurzaam perspectief te bieden. Dit draagt bij aan het tegengaan van kansenongelijkheid en aan een sterkere economie. Op basis van het beleidsplan is € 3 mln. verschoven van de activiteit re-integratie naar werk naar participatie. Een deel van de groep kan na extra inspanning alsnog naar werk.
We blijven mensen stimuleren om door middel van vrijwilligerswerk en empowerment deel te nemen aan de maatschappij. Met de groep voor wie actief zijn op dit moment niet haalbaar is bijv. door langdurige ziekte of opname in een instelling gaan we niet actief aan de slag voor wat betreft ons participatie- en re-integratie-aanbod, maar wel zorgen wij ervoor dat er voor hen aandacht is vanuit het zorgdomein.
Wat gaan we ervoor doen?
Om de stap tussen participatie en re-integratie te verkleinen zetten we daarom voor deze groep specifieke trajecten in, zoals individuele coaching of een maatschappelijk fit-traject. En we zorgen voor een soepele overgang voor inwoners die de stap naar re-integratie kunnen zetten, door re-integratievoorzieningen in te zetten, zoals diagnose-instrumenten, taaltrajecten of de werknemerscheque. In 2024 zijn de re-integratie- en participatievoorzieningen gezamenlijk ingekocht. Deze gezamenlijke inkoop maakt het mogelijk om doorgaande ontwikkellijnen tot aan arbeidsinschakeling te realiseren voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Met persoonlijke aandacht en nauw contact streven we ernaar dichter bij de leefwereld van de inwoner te staan. Met de inzet van drempelloze dienstverlening helpen we de inwoner sneller en duurzamer met de inzet van de juiste voorzieningen en instrumenten. In 2024 zijn we onder de noemer Duurzaam Perspectief gestart met het bieden van intensievere dienstverlening voor 4.000 Hagenaars met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Deze mensen krijgen een vast contactpersoon bij de gemeente die hen ondersteunt in hun ontwikkeling, met hen kijkt hoe ze mee kunnen doen in de samenleving (denk aan instapwerk of vrijwilligerswerk) en kijkt of ze op termijn stappen kunnen zetten richting werk, eventueel met inzet van loonkostensubsidie. Door de inwoner te koppelen aan een vaste contactpersoon streven we naar effectievere dienstverlening. In 2025 nemen we nog eens 4.000 mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt in begeleiding.
Om de dienstverlening voor de participatiedoelgroep te verbeteren hebben we een Gelijkwaardig Meedoen lab. Eén van de innovaties waarmee we gestart zijn, zijn de wijkontwikkelplekken (locaties). Consulenten voeren met Hagenaars met een grote afstand tot de arbeidsmarkt gesprekken in hun eigen wijk en verbinden hen in die gesprekken aan het activeringsaanbod dat beschikbaar is in de wijk. Dit zorgt voor laagdrempelige dienstverlening waar mensen in de buurt eerste stappen in hun ontwikkeling kunnen zetten. We investeren op deze manier in wijknetwerken en sluiten aan bij partners in de wijk die de meest kwetsbare inwoners in beeld hebben. De gemeente faciliteert dit o.a. met het subsidiëren van vijf wijkbedrijven in Den Haag. De wijkbedrijven zijn van, voor en door de wijkbewoners. Met als doel dienstverlening op basis van ontmoeting, ontspanning, ondersteuning, ontwikkeling en onderneming (de 5 O's).
De Instapeconomie biedt mogelijkheden voor een deel van de inwoners met een bijstandsuitkering voor wie de stap naar regulier werk (nu nog) te groot is. Het achterliggende maatschappelijke doel is het bevorderen van sterkere en inclusievere wijken door in te zetten op verbetering op het gebied van leefbaarheid, veiligheid, sociale cohesie en gezondheid in de wijk. Vanaf 2025 bieden we voor twee jaar subsidie aan zes organisaties in de wijk om de Instapeconomie uit te voeren. Dankzij deze subsidie kunnen we tussen de 200 en 300 Instapbanen creëren.
Inburgering
De Haagse inburgering is er om alle Haagse inburgeringsplichtige nieuwkomers volwaardig te laten meedoen in de samenleving. Om inburgeraars (statushouders en gezinsmigranten) zo snel mogelijk hun weg te laten vinden in de Haagse samenleving organiseert de gemeente een warme overdracht en een brede intake. We stellen samen met de inburgeraar een persoonlijk Plan Inburgering en Participatie op en zorgen dat de inburgeraar zo snel mogelijk de taal leert en gaat werken dan wel participeren. Wij zetten in op duale trajecten gericht op inburgering en participatie vanaf de start. Tijdens het inburgeringsproces is uitstroom naar werk in alle stappen mogelijk. Tenslotte heeft de gemeente de taak om de inburgeraar financieel te ontzorgen en verzorgt Stichting Vluchtelingenwerk voor statushouders de maatschappelijke begeleiding.
Wat mag het kosten?
Bovenstaande beleidsonderdelen vallen financieel als volgt uiteen:
- Voor de activiteit Participatievoorzieningen zijn voor 2025 € 33,4 mln. aan lasten begroot en € 14,8 mln. aan baten. Dit bestaat uit:
Participatie
- € 13,3 mln. Salarissen en sociale lasten
- € 1,6 mln. Overige goederen en diensten
- € 4,3 mln. Subsidieverstrekkingen
- € 2,8 mln. Rijksbaten geoormerkt voor Zuidwest
Inburgering
- € 3,0 mln. Salarissen en sociale lasten
- € 11,2 mln. Inkoop diensten
- € 12,0 mln. Rijksbaten geoormerkt voor de inkoop van Inburgeringsvoorzieningen
Sociale werkvoorziening
Sociale werkvoorziening
Inclusief toevoegingen en onttrekkingen aan reserves, bedragen x € 1.000 | ||||||
Sociale werkvoorziening (Cl. 1b) | Realisatie | Begroting | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
Lasten | 45.408 | 53.462 | 54.020 | 53.188 | 53.350 | 53.655 |
Baten | 4.612 | 6.801 | 9.762 | 9.762 | 9.762 | 9.762 |
Saldo | 40.796 | 46.661 | 44.258 | 43.425 | 43.588 | 43.892 |
Wat willen we bereiken?
We willen zoveel mogelijk mensen met een arbeidsbeperking zo gewoon mogelijk laten deelnemen aan de arbeidsmarkt. Binnen Den Haag Werkt biedt het domein Werk in Opdracht een infrastructuur waarin via werk mensen ontwikkeld worden en waarin werk wordt geboden aan personen die het (nog) niet zelfstandig redden op de arbeidsmarkt. Op dit moment bestaat de doelgroep uit een afnemende groep WSW-ers, een groeiende groep jonge medewerkers beschut werk en medewerkers banenafspraak.
Wat gaan we ervoor doen?
Beschut werken
Bij beschut werk verwachten we ook de komende jaren instroom van jonge medewerkers vanuit de pro/vso-scholen. Omdat bij deze jongeren het ontwikkelpotentieel nog in grote mate aanwezig is zal hen ook een aanbod worden gedaan om zichzelf zoveel mogelijk te ontplooien. Intern, maar ook extern bij sociaal ondernemers. Voor een aantal kwetsbare medewerkers zal WIO de vaste werkplek blijven. De gemeente Den Haag hanteert geen wachtlijsten: wie een indicatie heeft komt in aanmerking voor een beschutte werkplek. We bieden daardoor ook meer beschutte werkplekken aan dat het Rijk van ons vraagt.
Inzet van de expertise
Voor de groep Hagenaars die op één of meerdere levensgebieden knelpunten ervaart die hen belemmert deel te nemen aan het arbeidsproces worden er op dit moment ontwikkelplekken ingericht waar mensen de kans krijgen in een rustige setting hun arbeidsritme op te bouwen en aan hun belemmeringen te werken. Bij de sociale werkvoorziening is voldoende expertise aanwezig om deze mensen te begeleiden.
Landelijke ontwikkelingen
Landelijk is de wens uitgesproken de bestaande sociale infrastructuur beter te benutten door de dienstverlening van de oude sociale werkvoorziening om te vormen tot een sociaal ontwikkelbedrijf.
Het Rijk heeft in de voorjaarsnota (2024) middelen hiervoor toegezegd. Het gaat dan om € 600,- mln. rijksbreed voor de komende 10 jaar. Met de extra investeringen wil het kabinet sociaal ontwikkelbedrijven meer stabiliteit en continuïteit bieden voor de lange termijn waardoor zij meer ruimte hebben om banen te realiseren voor werknemers met een arbeidsbeperking.
Wat mag het kosten?
Voor Sociale Werkvoorziening is voor 2025 € 54,0 mln. aan lasten begroot en € 9,8 mln. aan baten.
- De begrote lasten bestaan uit:
- € 47,4 mln. salaris personeel (niet ambtelijk)
- € 9 mln. voor begeleiding medewerkers (beschut en SW)
- € 4,6 mln. ontvangsten Loonkostensubsidie (als negatieve lasten)
- € 12,4 mln. baten interne omzet bij o.a. DSB, DBV (als negatieve lasten)
- € 14,0 mln. omzetgerelateerde kosten (samenhangend met productie)
- € 0,6 mln. voor Banenafspraak
- De begrote baten van € 9,8 mln. betreft externe omzet.
Bijstandsverlening en inkomensvoorzieningen
Bijstandsverlening en inkomensvoorzieningen
Inclusief toevoegingen en onttrekkingen aan reserves, bedragen x € 1.000 | ||||||
Inkomen (Cl. 2) | Realisatie | Begroting | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
Lasten | 447.045 | 466.876 | 446.850 | 445.858 | 445.807 | 445.728 |
Baten | 392.154 | 411.601 | 386.763 | 386.013 | 386.013 | 386.013 |
Saldo | 54.891 | 55.275 | 60.087 | 59.845 | 59.794 | 59.716 |
Wat willen we bereiken?
Inkomensondersteuning helpt inwoners bij het realiseren van financiële bestaanszekerheid als zij dat niet zelf kunnen. De gemeente draagt bij aan een stabiel en voorspelbaar inkomen voor inwoners, zodat zij mee kunnen doen in de samenleving. We willen het voor onze inwoners zo eenvoudig mogelijk maken en passen maatwerk toe waar mogelijk.
Wat gaan we ervoor doen?
Ook in 2025 zullen we onze inwoners voorzien van adequate inkomensondersteuning. Het aantal bijstandsuitkeringen zal naar verwachting met 1,4% toenemen, in de periode 2025-2028 (voorspelt het CPB in februari 2024. Den Haag behoudt naar verwachting een tekort op het door het Rijk verstrekte BUIG-budget. Ook in 2025 blijven we waar nodig bezwaar maken en/of gaan we in beroep tegen de beslissingen van het Rijk zolang het Rijk geen afdoende BUIG-financiering ter beschikking stelt.
We handelen naar verwachting ca. 7.000 aanvragen af, verstrekken 22.000 uitkeringen en beheren € 110 mln. aan vorderingen. Naast het verstrekken van uitkeringen levensonderhoud verstrekken we ook bedrijfskredieten aan ondernemers, waarvoor levensvatbaarheidsonderzoeken worden uitgevoerd. Binnen het programma ‘ondernemend uit de bijstand’ bieden we Haagse burgers de mogelijkheid om een onderneming te starten in combinatie met een Participatiewet-uitkering en begeleiden we dit proces.
In het najaar 2024 hebben we onze Haagse agenda inkomenszekerheid gepresenteerd aan de Raad. De periode 2025-2028 zal in het teken staan van het verder voortzetten, uitbouwen en versterken van ons inkomensbeleid. Enkele speerpunten hierbij zijn:
- In 2025-2028 zullen we (ons voorbereiden op) het implementeren van de maatregelen in het wetsvoorstel Participatiewet in balans. De verwachte inwerkingtreding van het wetsvoorstel is 1 januari 2026. Dit wetvoorstel moet enkele ‘hardheden’ uit de huidige Participatiewet verzachten.
- Daar waar mogelijk passen we meer maatwerk toe in lijn met en vooruitlopend op het wetsvoorstel Participatiewet in balans. Daarbij maken we gebruik van de beleidsvrijheid die we als gemeente hebben. Sinds 2024 passen we reeds de kostendelersnorm voor bijstandsgerechtigden tot 27 jaar niet meer toe, hebben we samenwonen op proef gecontinueerd en passen we de zoektermijn voor jongeren in de bijstand niet langer toe.
- Het vereenvoudigen en versoepelen van de aanvraagprocedure voor de bijstand en het meer automatiseren van inkomensverrekening. Hiermee willen we ook het niet-gebruik van o.a. de bijstand terugdringen.
- Meer uitgaan van vertrouwen in de burger. We zetten in op een meer gedifferentieerd maatregelenbeleid en zetten in op preventie ter voorkoming van fraude.
De investering zal hierbij grotendeels gaan zitten in ICT-aanpassingen en de verhoging van het aantal (en in sommige gevallen de norm van de) bijstandsuitkeringen. Ook vraagt het toepassen van maatwerk veel van onze uitvoeringscapaciteit.
Dak- & Thuisloosheid
In het kader van financiële bestaanszekerheid en preventie geven we in 2025 verder vorm aan de actiepunten die genoemd zijn in het beleidskader ''Den Haag geeft Thuis''., zie RIS316085. Jaarlijks wordt er € 4,5 mln. bijgedragen vanuit programma 7 ten behoeve van de acties uit dit beleidskader.
Wat mag het kosten?
Voor het Cluster Inkomen is in 2025 € 446,9 mln. aan lasten begroot en € 386,8 mln. aan baten.
- De begrote lasten bestaan uit:
- € 382,9 mln. aan Sociale uitkeringen in geld
- € 30,6 mln. aan Salarissen en sociale lasten
- € 19 mln. voor Loonkostensubsidie
- € 14 mln. voor Overige goederen en diensten
- € 0,4 mln. aan Sociale uitkeringen in natura
- De begrote baten van €386,8 mln. bestaan uit:
- € 378,1 mln. Rijksbaten
- € 8,7 mln. Gemeentelijke baten
Armoede
Armoede
Inclusief toevoegingen en onttrekkingen aan reserves, bedragen x € 1.000 | ||||||
Minimabeleid (Cl. 3a) | Realisatie | Begroting | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
Lasten | 102.463 | 61.476 | 56.839 | 56.651 | 55.481 | 55.466 |
Baten | 2.880 | 2.390 | 2.390 | 2.390 | 2.390 | 2.390 |
Saldo | 99.582 | 59.086 | 54.449 | 54.261 | 53.091 | 53.076 |
Inclusief toevoegingen en onttrekkingen aan reserves, bedragen x € 1.000 | ||||||
Schuldenbeleid (Cl. 3b) | Realisatie | Begroting | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
Lasten | 39.541 | 44.913 | 36.098 | 33.082 | 31.699 | 31.636 |
Baten | 14.128 | 16.854 | 5.924 | 5.924 | 5.682 | 5.682 |
Saldo | 25.413 | 28.059 | 30.173 | 27.158 | 26.017 | 25.954 |
Wat willen we bereiken?
Het Rijk is verantwoordelijk voor het inkomensbeleid, denk hierbij aan de hoogte van het minimumloon, de bijstand en de AOW. Op basis van de Minima Effect Rapportage en uit gesprekken met inwoners blijkt dat bijna alle huishoudens met een laag inkomen gebruik moeten maken van alle landelijke en lokale regelingen om de maandelijkse kosten te dekken. Daarom zet het college in op een zo groot mogelijk gebruik van de minimaregelingen en simpele en toegankelijke dienstverlening.
In Den Haag hebben 42.100 huishoudens een laag inkomen tot 130% van het wettelijk sociaal minimum. Dat is 17,4% van alle huishoudens in Den Haag. Ongeveer 13% van de Haagse inwoners hebben problematische schulden (Armoedemonitor 2023). Dit zijn Hagenaars met geldzorgen en geldproblemen. Daarnaast maakt het college, mede door gestegen kosten van het bestaan, zich zorgen om de ca. 8.000 huishoudens met een inkomen tussen 130-150% van het sociaal minimum (5.000 huishoudens hiervan zijn huishoudens met kinderen). Dit zijn vaak werkenden of zzp’ers. Om deze uitdagingen tegemoet te treden zorgt het college met de Haagse voorzieningen voor geldzorgen en geldproblemen dat de basis op orde is en er perspectief is op een zorgvrij bestaan. Het verzamelbereik (het gebruik van minimaal 1 minimaregeling), wil het college deze collegeperiode verhogen van 80% naar 85%. Het succes van de uitvoering van de energietoeslag (ca. 99% bereik) laat zien dat een groter bereik mogelijk is.
Wat gaan we ervoor doen?
Ter bestrijding van geldzorgen en het voorkomen van geldproblemen heeft de gemeente specifieke voorzieningen zoals de Ooievaarspas , een collectieve zorgverzekering en de bijzondere bijstand als vangnet voor noodgevallen. Samen met Stichting Leergeld Den Haag verstrekken we jaarlijks aan bijna alle 18.000 kinderen met een Ooievaarspas verschillende gebruiksgoederen zoals schoolspullen, fietsen en winterkleding. Op deze manier zorgen we er als gemeente voor dat kinderen een zorgeloze start kunnen maken en geen kansenongelijkheid ervaren door een slechtere financiële positie in het huishouden waarin ze opgroeien ten opzichte van andere leeftijdsgenoten. Om het niet-gebruik verder terug te dringen worden voorzieningen ambtshalve verstrekt aan de inwoners van wie de gegevens reeds bekend zijn bij de gemeente.
Om te zorgen dat inwoners op de hoogte zijn van de verschillende regelingen die we als gemeente aanbieden, organiseren we, of sluiten we aan bij, evenementen in de stad. Zo heeft de Ooievaarspas een eigen OpUitFestival, maar sluiten we met de Ooievaarspas ook aan bij de Haagse Stadsspelen en bij de festiviteiten vanuit de Cultuurankers. Daarnaast is de campagne ‘Niemand verdient geldzorgen’ in de verschillende wijken uitgerold. Dit breiden we uit naar alle wijken van Den Haag.
De komende periode willen we het volgende realiseren:
- Aanbod verbeteren, bekendheid vergroten
Om meer mensen te bereiken is een aantrekkelijk, begrijpelijk en toegankelijk aanbod van hulp- en dienstverlening nodig. De komende periode voeren we onderstaande verbeteringen door:
- Meer uniformiteit in regelgeving en samenhang tussen de verschillende voorzieningen (beleidsaanpassingen)
- Ons richten op huishoudens die nog geen gebruik maken van één van de minimaregelingen bij de gemeente, met name ondernemers, werkende armen en jongeren
- Vereenvoudigen van de aanvraagprocessen
- Verbeteren online vindbaarheid en koppeling naar andere voorzieningen (o.a. door ICT verbeteringen)
- Rekening houden met laaggeletterden en anderstaligen (aanpassingen in communicatie).
Hiermee proberen we het bereik van onze minimaregelingen te vergroten. Voor de meeste inwoners bieden onze generieke regelingen voldoende ondersteuning. Wanneer dit niet het geval is, biedt de gemeente maatwerk aan. Hierbij wordt gekeken wat een inwoner nodig heeft en waarom dat via reguliere regelingen niet mogelijk is.
2. Doelgroep eerder en beter in beeld
Om mensen te bereiken moet je met ze in contact komen. Op basis van vroegsignalering van betalingsachterstanden bij vaste lasten leveranciers zorgen we dat geldzorgen geen geldproblemen worden. Het komend jaar verwachten we minimaal 2.000 inwoners te bereiken die een hulpaanbod accepteren.
Als gemeente is het onmogelijk om alle inwoners zelf te bereiken en te ondersteunen. Daarom zijn er via de subsidieregelingen minimabeleid en financiële hulpverlening een groot aantal subsidiepartners. Deze partners (bijvoorbeeld Voedselbank, Stek, Stichting Leergeld) bieden aanvullende voorzieningen aan, maar bieden ook een mooie gelegenheid om inwoners die wij nog niet in beeld hebben te wijzen op de gemeentelijke voorzieningen. Het subsidieplafond wordt in 2025 opgehoogd met €0,5 mln. Hiervan komt €0,15 mln. uit programma 8 van de dienst OCW, specifiek de voormalig subsidieregeling samen sociaal en vitaal 2023 (RIS315437 ). Vanaf subsidiejaar 2025 kunnen organisaties die zich bezighouden met financiële hulpverlening geen subsidie meer aanvragen bij de subsidieregelingen samen sociaal en vitaal 2024 (RIS318892 en RIS318891 ), maar kunnen zij een aanvraag doen bij de subsidieregeling geldzorgen en geldproblemen. Dekking hiervoor valt binnen programma 7, uit de middelen voor armoede en schulden. Aangezien wij een duurzame samenwerking willen met deze subsidiepartners is het mogelijk gemaakt om ook meerjarig te subsidiëren. We blijven met onze subsidiepartners in gesprek en passen de subsidieregelingen aan indien nodig.
We zijn zichtbaar en bereikbaar in de stad via de Helpdesk Geldzaken en sociaal raadslieden. Daarmee bieden we advies op maat via een laagdrempelige voorziening in een vertrouwde omgeving. . Inwoners die als gevolg van betalingsachterstanden hun huis dreigen te worden uitgezet, weten we steeds beter te bereiken en te helpen, waardoor uitzetting in veruit de meeste gevallen wordt voorkomen. Dat doen we samen met onze maatschappelijke partners in de stad. De daadwerkelijke huisuitzettingen zijn daardoor in de afgelopen jaren gedaald naar ca. 20 per jaar.
3. Geldzorgen wegnemen en (financiële) zelfredzaamheid vergroten
Geldzorgen en geldproblemen hebben een negatieve invloed op zowel de fysieke als mentale gezondheid. Voor het welzijn en de zelfredzaamheid van onze inwoners is het daarom van belang dat schuldenzorgen worden weggenomen. Wij begeleiden inwoners met schulden bij het aflossen ervan (700 schuldregelingen) en vergroten de financiële zelfredzaamheid onder andere door het aanbieden van 1.500 financiële cursussen. Daarnaast werken we samen met de jongeren van Schuldzero aan schuldpreventie met op de doelgroep afgestemde voorlichting en geldlessen op scholen.
Wie tijdelijk geld nodig heeft, kan terecht voor een belening bij het Pandhuis. Dagelijks ontvangen wij hier 100 tot 150 mensen. Inwoners die een lening nodig hebben voor hun huis of om schulden af te lossen kunnen terecht bij de Gemeentelijke Krediet Bank (GKB). Onder voorwaarden kan de GKB wel leningen verstrekken wanneer gewone banken dit niet doen. Met deze inzet wil de gemeente inwoners met geldzorgen of -problemen weer perspectief geven. Het uiteindelijke doel is dat zij zich (op termijn) financieel beter kunnen redden en de gemeentelijke voorzieningen weten te vinden wanneer dat nodig is.
Kinderopvang
De criteria voor de Tegemoetkoming kinderopvangtoeslag voor Chronisch Zieken en Gehandicapten zijn gewijzigd waardoor meer inwoners een beroep kunnen doen op deze regeling. Iedereen met een uitkering wegens arbeidsongeschiktheid of een uit wetgeving voortvloeiende voorziening ten gevolge van een chronische ziekte of handicap komt in 2025 in aanmerking voor deze tegemoetkoming. Ook is sinds 2024 het hebben van een gehandicaptenparkeervergunning en een PGB-indicatie toegevoegd als criterium en ouders met kinderen die aan deze criteria voldoen, kunnen ook een aanvraag indienen.
De eigen bijdrage bij kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie (SMI) wordt sinds februari 2024 volledig vergoed voor gezinnen met een inkomen tot aan de bijstandsnorm, het wettelijk sociaal minimum. Dit doen we omdat we zien dat de hoge eigen bijdrage voor de kinderopvang belemmerend werkt voor gezinnen die behoefte hebben aan deze opvang vanwege een sociaal medische noodsituatie. Daarnaast hebben we een aanpassing van de beleidsregel tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie doorgevoerd, zodat er ook voor gezinnen met SMI en inkomen tot 150% van het wettelijk sociaal minimum in 2025 geen eigen bijdrage overblijft. Hierdoor kunnen dit jaar meer gezinnen die in een sociaal-medische noodsituatie zitten, gebruikmaken van kinderopvang, zonder dat dit financiële zorgen tot gevolg heeft. Dit komt zowel de ontwikkeling van de kinderen ten goede als dat het de ruimte biedt voor ouders om te werken aan een duurzame oplossing.
Wat mag het kosten?
Bovenstaande beleidsonderdelen vallen financieel als volgt uiteen:
- Voor het Minimabeleid zijn voor 2025 € 56,8 mln. aan lasten begroot en € 2,4 mln. aan baten. Dit bestaat uit:
- € 6,2 mln. salarissen en sociale lasten en € 0,4 mln. ingeleend personeel.
- € 47,7 mln. sociale uitkeringen voor onder andere Bijzondere Bijstand en Ooievaarspas.
- € 2,9 mln. overige goederen en diensten.
- De begrote baten van € 2,4 mln. betreffen eigen bijdragen en inkomensoverdrachten.
- Voor het Schuldenbeleid zijn voor 2025 € 36,1 mln. aan lasten begroot en € 5,9 mln. aan baten. Dit bestaat uit:
- € 22,2 mln. salarissen en sociale lasten en € 0,5 mln. ingeleend personeel.
- € 11,4 mln. overige goederen en diensten, incidentele middelen waarmee voornamelijk personeel bekostigd zal worden
- € 0,5 mln. subsidies
- € 2,0 mln. aan begrote rentelasten van de Gemeentelijke Kredietbank en het Pandhuis
De begrote baten van € 5,9 mln. betreffen de rentebaten van de Gemeentelijke Kredietbank en het Pandhuis